Werk - 044

Halve Maan bunkers Oostende

Wedstrijdontwerp voor het toegankelijk maken van de Halve Maan bunkersite in Oostende als recreatief uitkijkpunt.

Lees meerLees minder

De Halve Maan site biedt zich vandaag aan als een rijk en complex palimpsest van meer dan honderd jaar militaire geschiedenis. Het schijnbaar wild ogend duinenlandschap betreft in realiteit een artificiële ophoging waarop nog artefacten aan te treffen zijn van bijna elke significante halte uit haar ontstaansgeschiedenis: 19e eeuwse munitiedepots, bunkers uit de eerste wereldoorlog, geschutskoepels uit de tweede wereldoorlog, sein-infrastructuur uit de Koude Oorlog. In de periode van leegstand vanaf de jaren ‘90 tot op heden werd de site deels ontmanteld en op sommige plekken letterlijk dicht-gemetst en begraven. Op heden ligt de site er verkommerd bij en vinden er onwettige betreding en vandalisme plaats. Deze situatie heeft er anderzijds voor gezorgd dat de kwetsbare duinflora en -fauna er ongestoord konden ontwikkelen en er vandaag hand in hand leven met de betonnen massieven.

Men wenst de poort terug open te zetten, niet voor militairen deze keer, maar voor de geïnteresseerde. Twee bunkers blijken geschikt om grote panorama-punten te vormen, gericht op de site zelf, de zee en de stad Oostende. Mits vele randvoorwaarden in acht te houden, moet worden nagedacht over de toegankelijkheid van een site waar zowel de gebouwen als de natuur beschermd zijn. Het team is van mening dat de site geen nood heeft aan zware ingrijpende gebaren om tot haar recht te kunnen komen, en stelt dan ook voor om met strategische gekozen, minimale en compacte ingrepen een maximum aan effect te genereren.

De asfaltweg, die het verhaal van de circulatie op de site vertelt, is reeds een eerste interessant herrineringselement in het landschap. Aangezien de weg een historische waarde heeft, de weg tevens de site logisch ontsluit én het asfalt globaal in aanvaardbare staat is stelt het team voor deze te bewaren en eventueel plaatselijk te herstellen of aan te vullen waar nodig. Het pad wordt met de lage variant van een L-vormig element op selectieve locaties plaatselijk afgeboord. Niet te hoog, maar hoog genoeg om een grens te suggereren. Dieren worden er niet door gehinderd. Tussen de boordplaten zitten er kleine voegen, het zand blaast er wat door en de grassen ook, de grens wordt wat zachter.

Onderweg naar de bunkers worden er twee rustpunten gedefinieerd. Het zijn plaatsen van even zitten en kijken, plaatsen waar groepen of klassen zich rond een gids kunnen verzamelen, waar er iets kan worden gegeten, waar er iets dieper kan worden ingegaan op de site. De plekken bevinden zich in zones waar het asfalt een overmaat bereikt. Aangezien dit asfalt ooit pragmatisch werd aangelegd zijn dit ook plekken waar het effectief interessant is eens stil te staan. De plekken schrijven zich in het landschap als halve cirkels. Het zijn oervormen die zich zowel laten associëren met de natuur alsook met de eenvoudige, brute volumes van de bunkers. Om de benodigde hoogte voor een zitmeubel te bekomen, zonder boven het landschap te gaan uitsteken, graven de figuren zich in in de natuurlijke hellingen. De vloer van de figuur is opnieuw asfalt, nieuw deze keer. De randen worden opnieuw gevormd door stalen L-vormige elementen met een zandkleurige afwerking met bovenaan een slijtlaag dat uit- of weggelijden voorkomt.

De commandobunker vormt het eerste uitkijkpunt en biedt een 360° perspectief aan van de site en weidse omgeving. Het bovenste niveau van de bunker is bereikbaar via de trap aan de zijkant, maar dat is niet zonder hindernissen. Ter hoogte van de bunker komt het pad los van de ondergrond en bereikt het met een begrijpelijke en eenvoudige vorm een dubbel doel: enerzijds biedt het mensen die de trap niet op kunnen een heel waardig alternatief en anderzijds overwint het pad alle hindernissen die de toegankelijkheid van de bovenste verdiepingen bemoeilijken. Het pad toont zich als een tweetakkige, ranke steiger. De figuur lijkt te zweven boven de bunker en zo is dat ook. De steiger bezit aan haar uiteindes een boegvormige ronding, als een balkon of een echt panoramapunt. De vloerbekleding van de steiger en van de loopzone rondom de bovenste observatiehut is staal met een donkergrijze bitumineuze slijtlaag die zich associeert met het asfalt. De bovenste kamers van de bunker worden beschouwd als een luifel met windscherm in buitenklimaat en niet als een volwaardige binnenruimte. De bunker wordt tactisch geconsolideerd.

Een integrale toegankelijkheid binnen de geschutskoepel van de bunker is omwille van haar architectuur niet realiseerbaar of zou verregaande ingrepen vragen. Om deze reden wordt de bestaande bunker hooguit geconsolideerd waar nodig. De bunker wordt opnieuw ingegraven, de historisch situatie wordt hierbij hersteld en er wordt tegelijk teruggegeven aan de flora en fauna. Het is de bezoeker vrij om de geschutskoepel te betreden, doch voor integrale toegankelijkheid wordt er een volwaardig alternatief aangeboden. Er wordt gekozen om een rechtlijnige helling volgens eenvoudige vormgeving, gelijkaardig aan het pad langsheen de commandopost, te leggen tot op de achtergrens van de bunker. Op het einde van de helling kraagt het pad een deel uit boven de grondmassa en komt het ook werkelijk los van het maaiveld.


Werk - 044
Afbeelding 7
Afbeelding 11
044 UHM SO 20180115 bouwevolutie site
De site is bezaaid met militair erfgoed. Vele eeuwen geleden was hier al een fort. Dat is er niet meer, maar er is heel wat anders. Blauw is een bewaard kruitmagazijn uit de 19e eeuw. Rood zijn bunkers uit WOI. Geel zijn bunkers uit WOI die hergebruikt en getransformeerd zijn tijdens de koude oorlog. Lichtblauw zijn bunkers uit de WOII. Groen zijn bunkers uit WOII die zijn hergebruikt en getransformeerd in de koude oorlog. Paars zijn ingrepen uit de koude oorlog. Oude wandelpaden en loopgraven zijn ook aangeduid. Niet enkel het gebouw, maar ook alle natuur ertussen is beschermd.
044 UHM SO 20180115 schemas bouwevolutie gebouwen 2
Niet enkel de site, maar de gebouwen op zich hebben ook opvallende evoluties meegemaakt. Dit is de commandobunker, de belangrijkste bunker van de site in WOII. Van links naar rechts: 1943 - 1953: de initiële bunker, grotendeels ingegraven, enkel een periscoop om de zee te observeren is duidelijk te zien boven het zand. 1953 - 196X: In de koude oorlog voegt het belgisch leger een verhoogde observatiepost toe, die de bunker als fundering gebruikt. De post staat op pootjes en bezit een communicatie-antenne. 196X - 1989: de zone onder de post, tussen de poten in, wordt dichtgebouwd. In de ruimte worden noodgeneratoren opgesteld die het functioneren van de militaire telefoon moeten garanderen onder gelijk welke omstandigheden. Na 1989: het leger verlaat de site en ontmanteld een deel van de technische installaties.
044 UHM SO 20180115 schemas bouwevolutie gebouwen finaal
Ook een geschutsbunker ondergaat transformaties. Van links naar rechts: 1943 - 1953: de initiële bunker, grotendeels begraven met een groot luchtafweerkanon erop. 1953 - 1989: het Belgisch leger installeert een nieuw luchtafweergeschut op de bunker. Na 1989: het Belgisch leger verlaat de site en ontmantelt het kanon. In deze periode wordt de bunker ook voor een groot deel blootgelegd.
044 UHM SO 20180115 inplantingsplan
De inplanting van de ingrepen. Minimale interventies. Enkele stootboorden, twee rustplekken en twee padconstructies.
044 UHM SO 20180115 beeld 4 300 DPI
044 UHM SO 20180115 axonometrie stootboord
Een stootboord. Eerder psychologisch ontraden de site te betreden, dan helemaal afsluiten. De stootboorden bevinden zich ook op plekken waar voormalige paden naar bunkers starten. Ze doen dienst als infobord in verschillende talen.
044 UHM SO 20180115 axonometrie zitput
De stootboorden groeien twee maal tot ze rustplekken vormen. Op de randen kan je zitten. De rustplek is waterpas vlak en snijdt zich op deze manier in het landschap. Dit is handig in gebruik, maar zorgt er ook voor dat ze minder opvallen van ver.
044 UHM SO 20180115 beeld 2 300 DPI
044 UHM SO 20180115 axonometrie kannonhelling
Een eerste padconstructie strijkt zich neer op de geschutsbunker, die terug begraven wordt. Het pad bevindt zich binnen de footprint van de bunker, maar wekt de indruk dat je middenin 'verboden gebied' staat. Een panoramisch punt dat integraal toegankelijk is.
044 UHM SO 20180115 beeld 1 300 DPI
044 UHM SO 20180115 axonometrie commandohelling
De commandobunker kent vele obstakels inzake toegankelijkheid. De hoogste verdieping integraal toegankelijk (voor rolstoelgebruikers ed) maken wordt moeilijk zonder stevige interventies. We kiezen ervoor om een tweekoppig pad aan te leggen langs de bunker als waardig alternatief. Het pad is zandkleurig en laat zich associëren met zowel het zand alsook het beton.
044 UHM SO 20180115 beeld 3 300 DPI
De bunker zelf wordt niet gerestaureerd, maar geconsolideerd en veilig gemaakt. De ruimte bijft in open buitenklimaat. Je hoort de zee en ruikt het zout. Er staat een bankje om te zitten. Gerecupeerde tegels van ter plaatse worden gebruikt om gevaarlijke zone's in de vloer terug aan te vullen. De elektrische installatie op de muur wordt met plexidozen terug aangevuld om afgedekt en veilig te zijn, terwijl de vorm ook het verleden mimiekt.

Geïnteresseerd in de herbestemming van erfgoed?

Zie ook project Vliet, Station Groenendaal, Vleeshuis Antwerpen of Kerken met toekomst Diest