Werk - 225

Chronos en Kairos

De renovatie en interpretatie van een historische orangerie, waar twee modi van tijd en een complementaire volume-tweeling de plak zwaaien.

Lees meerLees minder

Een vluchtplaats voor de kou. Daarvoor diende een orangerie origineel. Een orangerie is eigenlijk geen serre en ook geen veranda. Het is een beetje van beide, en dan nog niet helemaal. Het is een bijgebouw aan een landgoed, een tuinkamer, in de tuin en voor de tuin. In de winter werden planten die niet vorstbestendig zijn hier ondergebracht. Er worden daar ook jonge kiemen gekweekt. Als het buiten nog sneeuwt en stormt, kan de nieuwe lente al worden voorbereid. Een orangerie is een refuge, een overwinterplek. Voor plant én mens. Want vaak was het ook een ware verblijfsplek, een tuinkamer in alle seizoenen.

Dit landgoed heeft ook een historische orangerie. Een open kooi van staal en glas, ranke kolommen, gericht naar de zon. Eén zijde is een massieve ruggengraat. Er is later aan de andere kant een garage bijgebouwd. Dingen werden opgeslagen. Opportunistische herstellingen hebben geleid tot verlies van de beeldwaarde.

Een hedendaagse herneming moet niet enkel de logistieke en technische thema's oplossen, maar ook de beeldwaarde herstellen. Een vervormde spiegeling rond de massieve wand: het oorspronkelijk volume wordt verdubbeld. Niet in glas en staal, maar massief in hout. Donker en bergend in de schaduw. De andere glinsterend en doorlaatbaar in het licht. Anders, maar je ziet dat ze samen horen. De exacte ritmes van het historische volume worden gespiegeld. Vertaald, gespiegeld, herkenbaar, maar in andere materialen. De dakrand doet waar dakranden goed in zijn. Hij trekt de twee volumes terug bijeen. Ze zitten nu eenmaal onder hetzelfde dak.

De stolp van glas en staal wordt terug orangerie pur sang. Zijn massieve tweeling wordt tuinberging. Het ene werkt omdat het andere werkt. In de spiegel tussen beide zit een deur. De stolp is lowtech, een zelfonderhoudend systeem: de zon en het vele glas zorgen samen voor een kiemende biotoop en mild klimaat. De donkere stolp volgt de lowtech logica. Massieve houten panelen zijn tegelijk dragend en bezitten een minimale thermische inertie. Rechtstreeks daarop wordt het latwerk getimmerd dat de ritmes bepaalt. Minder elementen voor een buitenwand kan je bijna niet bedenken.

De sneeuw slaat tegen het glas, maar het deert de kiemen niet. De kweekbedden zijn op volle gang. Maanden en seizoenen schuiven. De deuren gaan open. De kiemen worden gepland. Er wordt een boek gelezen tussen de geurende eenjarige bloemen. De tuin leeft, tot de hemel grauwer wordt en het licht minder. Plant en mensen trekken zich terug naar binnen en de cyclus begint opnieuw. Chronos en Kairos. De kloktijd en de innerlijk beleefde tijd. Beiden heersen over het domein van de orangerie. Ze zijn geen tegenpolen, maar hebben elkaar nodig, net omdat ze zo verschillen. Zo voor de tijd, zo voor het gebouw.


Werk - 225
Achtergevel met kader Hersteld
Voorgevel met kader 2

Meer van dat?

Zie ook project Plantentuin Meise