Werk - 196

Villa Geurts

De restauratie en herbestemming van een eclectische parkvilla tot meergezinswoning.

Lees meerLees minder

Als je niet kan kiezen, kies dan niet, dacht vrederechter Geurts mogelijks. Hij ging bij het ontwerp van zijn woonst op zoek naar de ideale moderne villa. Het imposante landhuis is te typeren als een eclectische villa met hoofdkenmerken van de vroege cottagestijl, beïnvloed door de Anglo-Normandische bouwstijl. Bij Villa Geurts herkennen we deze stijl onder andere in de rode dakpannen en de aanwezigheid van verschillende balkons en erkers. En hoewel de buitenkant gekenmerkt wordt door een levendige vormentaal, kent het grondplan een eenvoudige opbouw. Zo liggen bijvoorbeeld verschillende ruimtes, waaronder een bureel, salon, eetplaats, keuken en lokalen voor sanitaire toestellen liggen rondom een grote inkomhal.

Rechters, priesters, tolken en pianisten. De pittoreske Villa Geurts heeft al wat geschiedenis achter de kiezen. Landelijke villa van een vrederechter. Even in bezit van de Universiteiten en het bisdom, dan weer in handen van de Stad Lokeren. Even gaf de provincie er onderricht in handel en talen. Later weerklonk trompet en piano in de muzikale academie. Dan leegstand. 115 jaar na de eerste steen legging start een nieuw nobel hoofdstuk voor deze nobele villa. We gaan van start met een bouwhistorische en -technische studie.

De uitgebreide kamer-architectuur, allen gewikkeld rond een imposante traphal, leent zich heel vlot tot de herbestemming van een meergezinswoning. Verschillende kamers kunnen logische en zonder invasieve ingrepen geclusterd worden tot appartementen. Waar er nog tal van historische afwerkingen aanwezig zijn gaan we over tot restauratie, in de andere zone's zetten we in op nobel renoveren. Het strategisch inzetten van middelen. Er zijn drie grotere ontwerpinterventies nodig om de herbestemming te laten slagen.

Elegante terrassen. De zuidgevel mag dan wel minder gedetailleerd zijn qua erfgoedwaarde, je krijgt er wel de mogelijkheid tot een uitzicht over boomtoppen gebaad in de middagzon. Een ranke constructie in staal biedt de mogelijkheid om hier op de verdiepingen 'uit de gevel te stappen'. Bijzondere balkons. Een balustrade als een zwanennek. Een brede tablet op tafelhoogte en een hoger liggende ijle greep. Veel doorzicht, maximaal gebruik en volledig binnen de veiligheidsnormen.

Een tweede gezicht. De westgevel is sowieso al heel bijzonder. De gevel bereikt hier een eclectisch hoogtepunt; versnipperd in allerlei geveltoppen, verspringende ramen en decoratieve elementen. Historisch gezien was dit de tuingevel, een informele gevel, die zich sterk onderscheid van de theatrale voorgevel op het oosten. De herbestemming vraagt hier een tweede gezicht, een inkompartij die vlot naar een lift en trappen leidt, zonder de architectuur te storen. Het pad tussen de groenaanleg zwiert zich gestaag naar boven, het wordt een ijle brug, niet zomaar een rolstoelhelling, maar een architecturale wandeling langsheen deze caleidoscopische gevel. De vervallen wintertuin dat vroeger dienst deed als informele tuintoegang wordt geherinterpreteerd. Een volume in glas dat de gevelindeling evoceert. Wat vooral opvalt is de herinterpretatie van de dakkapel, de afdruk die als een monnikskap vooruit komt, je begroet, je uit de regen stelt, je de bel en postbus aanbiedt.

Een nieuwe dakkapel. De logica van de onderliggende verdiepingen wordt voorgezet naar het gigantisch zoldervolume. De traphal zet zich verder, een nieuwe trap boven de andere trap, de lift stoot door, voor het eerst in 115 jaar zullen er zich levens afspelen onder het woud van spantbenen, gordingen en kepers. Om dat waar te maken, komt er een beperkte volume-uitbreiding om net genoeg vrije hoogte te realiseren waar dat nodig is. Tussen de bergtoppen in dakpannen, nestelt er zich in het dal een huisje waar licht schijnt.



Werk - 196
802 001 geknipt
616 001 geknipt