Technische fiche
Lees meerLees minder- Locatie
- Antwerpen
- Datum
- 2023
- Klant
- Professioneel
- Margeanen
- Lien Baele, Chloë Raemdonck
- Fase
- Concept
Feniks (haalbaarheidsstudies voor de commerciële ontwikkeling van erfgoed)
Erfgoed laten renderen
Ons land ligt bezaait met erfgoed. Deze rijke én talrijke cumulatie van geschiedenis biedt heel wat toekomstkansen, maar houdt ook een aantal uitdagingen in. De activatie van alle erfgoed, ook het kleinschalige, kan een belangrijke rol spelen in zowel het circulaire renoveren ifv de klimaatdoelstellingen alsook in het beantwoorden van de aanstormende woningennood in ons land. Voor deze beide uitdagingen -in één van Europa's meest dichtbebouwde regio's- dient veel aandacht te gaan naar het reeds bestaand patrimonium. Onder dat bestaand patrimonium is er dus heel wat erfgoed te vinden, al dan niet beschermd of vastgesteld.
Bij de activatie van deze massa aan kleinschalig erfgoed komen echter nog bijkomende uitdagingen aan bod. Bijna alle uitdagingen convergeren naar één pijnpunt: de economische haalbaarheid van de herbestemming. Erfgoed heeft vaak een minimum drempelkost die gemakkelijk een stuk hoger ligt dan andere ontwikkelingen, vaak net door datgeen dat het erfgoed maakt: ambachtelijke technieken, rijkelijke materialen, complexe werken. Daar komt bij dat men in erfgoed bijna steeds op zoek moet naar evenwichtsoefeningen: het evenwicht tussen verduurzaming en behoud erfgoedwaarde, tussen inbreiding ten gunste van verdichting en respect voor de architectuur, tussen nieuwe programma's een plek geven in gebouwen die voor andere dingen ooit werden ontworpen.
Dit is geen gemakkelijke oefening, maar wel een noodzakelijke. Het erfgoed is er nu eenmaal (gelukkig) en dient (al is het louter door de massa aan patrimonium) mee een toekomstrol te spelen. Door de complexiteit van de oefening, is net een onderbouwde studie een absoluut beginpunt. De haalbaarheidsstudies maken op die manier een brede scan van allerlei facetten, heel vroeg in het proces: bouwfysische staat, bouwhistoriek, vergunningsmogelijkheden, ontwerpmogelijkheden, diversificatie in commerciële doeleinden, enzomeer. Het doel is om in kort tempo breed en net diep genoeg te gaan om gerichte vervolgstappen te kunnen nemen.
CASE 1: Hemelrijk (voor cliënt Esset in Antwerpen)
Haalbaarheidsstudie voor een meergezinswoning in een historisch dakenlandschap, onverwacht zwevend boven de etalages en banners.
Kijk omhoog. In een winkelstraat kijken we heel horizontaal rond ons heen. Etalages vragen onze aandacht, erachter gaan winkels schuil. Op het gelijkvloers, soms op de verdiepingen. Hoe meer we naar boven kijken in zo’n straat, hoe minder we aantreffen. Het is een oud zeer bij zo’n straten: boven de winkels zit soms een blinde stockage, of nog vaker: leegstand. Het extra pijnlijke is dat het vaak om historische panden gaat.
We durven omhoog te kijken. Onze cliënt durft omhoog te kijken. Het perceel is een historisch archipel aan afzonderlijke percelen en woningen. Beneden heeft de opeenvolging van retailfuncties reeds een kaalslag veroorzaakt. Nauwelijks historische elementen meer, zelfs geen voeling meer dat dit verschillende panden waren.
Als we omhoog kijken, zien we een radicaal ander beeld: een versnipperd dakenlandschap, sinterklaaswaardig, met vele historische topgevels en raampartijen. Onder die daken schuilen historische kamers, gespaard van de kaalslag op het gelijkvloers: versierde haarden, moulures, brede plankenvloeren en handgeschaafde houten dakspanten. Een onontgonnen hemelrijk. De mogelijkheid tot het stapelen van (leefwerelden).
De studie dient de mogelijkheden af te tasten om wonen te organiseren onder die daken. Wonen in zijn meest brede zin: afzonderlijke appartementen, co-housing, studentenstudio’s. Kansen en bedreigingen worden in kaart gebracht. Het landschap van opgedeelde daken spreekt tot de verbeelding, maar leidt ook tot stevige complexiteiten qua brandveiligheid, adressering, toegankelijkheid, verduurzaming en opdeelbaarheid. Het beantwoorden van dergelijke uitdagingen dient op zijn beurt te worden afgetoetst met de economische haalbaarheid van het project.
De studie voert deze scan uit over alle thema’s en woonvormen heen. Zonder determinerend te zijn vormt ze een degelijke basis voor besluitvorming.
Van "m'as tu vu" tot "invisble".
Een stadspaleis met een traditionele kern uit minstens de 17e eeuw, gewijzigd in neoclassicistische stijl in de eerste helft van de 19e eeuw. In 1850 vroeg de heer Bouquillon aan de architect Emmanuel Van Cuyck om enkele wijzigingen aan te brengen aan de gevel van het gebouw, dat toen twee verdiepingen had. De twee traveeën aan de linkerkant werden geaccentueerd in risaliet, er werd een plint, een deuropening en een venster toegevoegd.
Het huidige aanzicht is het resultaat van een verbouwing in opdracht van Joannes Henricus Van Velthoven, notaris van 1879 tot 1896, naar een ontwerp van architect Frans Van Dijk in 1880. De verbouwing omvatte de toevoeging van een tweede verdieping en stucdecoratie. De begane grond werd halverwege de jaren 1950 omgebouwd tot winkelpui. Van het traditionele 17e-eeuwse gebouw is in ieder geval het achterhuis met zijn diepe voorgevel en trapgevel bewaard.
Boven de banieren.
Boven de kaalslag van de commerciële ruimte eronder zweeft een vergeten rijk. Een drijvend archipel van puntgevels, zadeldaken, gedecoreerde salons en romantische spanten. Schitterend en verhalend, maar ook uitdagend op heel wat organisatorische en technische niveaus.
CASE 2: PALEIS
Haalbaarheidsstudie voor de herbestemming van een stadspaleis tot residentie en zakelijke eventspace.
Er is geen huizenrij aan de overkant, waardoor de kasseistraat overgaat in de rivier, die dan overgaat in het meest bekende beeld van de stad, de middeleeuwse torenrij. Het is de zuidkant, het licht stroomt binnen, glinstert in het water en de torens tekenen zich af door het tegenlicht. Het stadspaleis herbergt een groot volume achter een eerder bescheiden gevel. Die gevel gaat over in een poort waarachter een tuin schuilhoudt.
Zichtbaar op een oude postkaart, toevallig in beeld gebracht eerder, zien we het pand terug in de tijd. Er is al wat geprutst en geknutseld aan de gevel, zo blijkt. De imposante dubbele kroonlijst van vroeger is ondertussen verdwenen. De gevel werd ontdaan van zijn bepleistering. De prachtige boogvormige tuinpoort, werd onderschoord met een balk, waarschijnlijk om genoeg doorgangsbreedte te bieden voor een auto. Ook vanbinnen heeft het gebouw al wat te verduren gehad: tal van voorzetwanden en ad hoc kamertjes, een bizarre splitlevel aanbouw en zo dicht gebouwd dat daglicht er niet veel kans meer krijgt.
Het stadspaleis wordt terug stadspaleis. Publieke kamers om te ontvangen, feest te vieren, te praten en te genieten in groep. Aan de tuin en de poort, in contact met de straat, altijd iets aan de hand. Op de verdiepingen wordt het privater en intiemer. Ruime verdiepingen voor het familiale leven, vertragen, rust en introspectie. De dakkap als gedachten firmament. Een kantoor voor concentratie en studie.
Strategisch restaureren en respectvol renoveren. De gevel wordt in ere hersteld, gerestaureerd, dat zeker, maar ook de dubbele kroonlijst komt terug, geherinterpreteerd als bandraam. De boogvormige poort wordt hersteld en krijgt een tweede broertje, een tweede opening die het contact met de straat nog groter maakt. De geheime tuin wordt wat minder geheim. Zowel voetganger als bewoner spieken door het gebladerte naar elkaar.