Décollage III

Parasitair. Klimop rond de boomstam. Een historische herenwoning is in de loop van de tijd overwoekerd door bouwsels. Het volume is gezwolgen en omvat nu het volledige perceel. Verscheidene achterbouwsels reiken verscheidene verdiepingen hoog. De historische woning wordt verstikt door zijn aanhangsels.

Snoeien en niet meer bijplanten. Het project zet in op ‘ontbouwen’. Soms ruw wegbreken en soms voorzichtig ontmantelen. Hoe dichter we bij de historische woning komen, met hoe meer precisie, bijna archeologisch, er wordt ontmanteld. Het project is er nu al, maar onzichtbaar. Op het einde van de rit is er één achterbouw. Een verwijderde vloer laat de ruimte dubbel hoog gaan. De spontane compositie van de achtergevel is het resultaat van minimale aanpassingen aan bestaande openingen. De dingen zijn zichtbaar. Betonnen balken en gewelfjes worden blootgelegd. Gekleurde stalen balken. Houten roostering. Sommige bouwelementen worden ook opnieuw geïnterpreteerd: een nieuwe trap in hetzelfde trapgat, maar met een verwisselde stijgrichting. Nieuw binnenschrijnwerk met een knipoog. Warme tegels op de achtergevel, complementair met de baksteen van de voorgevel.

Soms er is niet de noodzaak om te bouwen. Het project was er al, begraven en bedolven. Het wordt ontbouwd en blootgelegd.