10 x 10

Tien afgestudeerden van de vakgroep architectuur & stedenbouw UGent gaan een dialoog aan met het werk van studenten.

Lees meerLees minder

Alumni worden uitgenodigd om in dialoog te gaan met het werk van net afgestudeerde studenten. Het resultaat is een expo waarbij het reeds geproduceerd werk van studenten opnieuw wordt getransformeerd en bewerkt. Marge gaat aan de slag met een ontwerp van een stedelijk bouwblok. Het gebouw, dat een volledig bouwblok in beslag neemt, wordt gekenmerkt door een grillige gebouwhoge patio. De patio is niet enkel een instrument om licht, zicht en circulatie te organiseren, maar creëert ook opzettelijk veel hoekjes en kantjes in het rechthoekig bouwblok. Het vormt de aanleiding voor allerlei interessante architecturale situaties: vreemdsoortige kamers, diagonale doorzichten, rustplaatsen naast de circulatie. Het ontwerp spreekt ons sterk aan omdat de architectuur in de eerste plaats op zoek lijkt naar identiteit en menselijkheid in een heel groot gebouw. De architectuur lijkt op zoek naar alledaagse situaties accommoderen. We besluiten om het werk aan te vullen met onze eigen werk. Er worden zes tekeningen gemaakt en zes teksten geschreven. De teksten omschrijven menselijke situaties. De tekeningen tonen lege architectuur. Er wordt opzettelijk niet verduidelijkt welke beelden en teksten bij elkaar horen. Het geheel wordt opgesteld op een tafel bedekt met dikke laag koffiepoeder. Het koffiepoeder, een alledaags product en alledaagse situatie, komt in alle teksten terug. Architectuur ten dienste van het normale.

10x10 pr 1
De opstelling ter plaatse. Twee posters met tekst en schets op een tafel bedekt met een laag koffiepoeder.
36236827 10156173107684457 7592191801985859584 o
Bressen
Het was eigenlijk wat te laat; toen hij al de glazen nis naast de trap was ingegaan en de deur alweer zacht toegevallen was; het was toen dat de twijfel omtrent de hele bedoeling toch weer even de kop opstak. Hij zou natuurlijk ook weer weg kunnen gaan; vanuit de nis had hij nu eenmaal doorzicht, doorheen de patio met de felgekleurde tegelrand, naar het salon, waar iedereen zowat neerzat onder het betonnen plafond, zacht rumoerig in gesprek. Ze hadden hem nog niet opgemerkt. Hij werd verwacht natuurlijk, maar niemand had hem al zien staan daar, in zijn kristallen grot van hout en kathedraalglas tussen kelder, gang en leefruimte, waar elk moment iemand kon passeren. Hij zou kunnen terugkeren, dat zeker, en gewoon de trap opsluipen naar boven. Ook niet zonder risico wegens het eerder vermeldde kathedraalglas dat ook de wand langsheen de trap afboordde. Iemand was nu opgestaan en liep naar de nis toe waardoor een beslissing zich opdrong, uitstellend loste hij dit tijdelijk op door een pas achteruit te nemen en er zo zeker van te zijn dat zijn silhouet zo dicht mogelijk in een hoek van de nis werd geduwd. De zachte voetstappen stopten en hij hoorde het hoekraam van de patio dat werd geopend. Eerst was er het geluid van ritselende boomtoppen dat binnenkwam. Enkele momenten later schoot de kat aan hem voorbij. De voetstappen trokken weg en even leek het bijna goed om weer door de deur weg te glippen, tot hij het kenmerkende gorgelgeluid hoorde van het filterkoffieapparaat dat klaar was en de voetstappen terug van richting veranderden richting keuken en zijn nis. En nu was het misschien toch wel zeker te laat.
Decollage
Het plastieken vel van de zak had al eerdere signalen gegeven, maar nu werd het echt riskant, nu er een item van de boodschappen zich verplaatst had en een scherpe hoek zich duidelijk aftekende, dreigend klaar om te gaan scheuren en een behoorlijk vervelende situatie te ontwikkelen. Het zou op seconden aankomen, dus zwaaide hij de deur open met enige urgentie om vervolgens de fiets op het kelderluik te positioneren. Vanonder het kelderluik was het gedempte gezwier van een wasmachine hoorbaar. Onmiddellijk begonnen zich onder de fiets kleine plasjes van vervuild regenwater te vormen, vermoedelijk gekleurd door het kettingvet en stedelijk slijk, maar dit is onzeker gezien het luik zwart is. Nu hij de zak veilig en wel op de vloer had laten zakken kon het allemaal wel wat rustiger. Hij klikte het licht in de vensternis aan en nam plaats voor het grote binnenraam dat vanuit de gang uitkeek op de keuken. Er was voorlopig niemand te zien op de benedenverdieping. Peuterend aan de natte veters hoorde hij gestommel verderop in het huis, snel gevolgd door zij die vroeg of het gelukt was. Ze had de stortbui vanuit de bureau natuurlijk ook wel gezien en gedacht dat dat toch wel vervelend zou zijn geweest. Ze verscheen aan de balustrade, op de plek waar ooit een opzichtig grote trap had gezeten, vlak boven het kelderluik. Verder peuterend aan de doorweekte veters stak hij zonder opkijken een opgestoken duim in de lucht en ze verdween weer, voetstappen op de volgende trap. Hij keek naar het pak koffie dat bijna de zak had gescheurd, hij keek naar de druppelende fiets, het zwarte kelderluik, de gespikkelde tegelvloer, de houten balustrade nu zonder vriendin en vervolgens terug naar de koffie.
Kreuken
Onverwacht alleen thuis had ze besloten om de grote schuiframen open te zetten, tweemaal in een andere configuratie, om uiteindelijk te kiezen voor het parkeren van de deuren aan de rechterzijde, wat er voor zorgde dat het ochtendterras in gele breuksteen reeds opwarmend door de zon zonder al te veel grenzen overging in de zithoek voorbij het stalen spant. Nadat de gitzwarte koffie de kop had bereikt, koos ze er toch voor om niet op het terras te gaan zitten, maar eerder in het bureau, een ruimte halverwege het oude huis en het nieuwe achterhuis waar ze ongestoord en omringd door muren even apart kon zijn. Het gaf een geborgen gevoel daar. De keuze voor het plaatsnemen in het bureau, waar ze van plan was om misschien wat regels op papier te krijgen, drong meteen een tweede keuze op, met name de positie van de schuifdeuren met een patroon van gaten waar doorheen ook nog wat naar de tuin gegluurd kon worden. Gemakshalve besloot ze de huidige positie maar gewoon te aanvaarden en plaatste de kop op het tablet. Ze zat daar zowat te zitten en rond te kijken. De zon wierp een scherpe spie licht doorheen het driehoekig gekantelde bovenraam. Eerst keek ze daar een beetje naar. Zonder echt meningen te vormen. Ze keek vervolgens naar de vloer, naar de naad in de materialen, naar de grens waar de eeuwenoude stootboord ooit, toen het gebouw nog een snoepfabriek was, deel uitmakend van een koetsdoorgang is aangevuld geweest met nieuwe granito. Ze keek dan naar het schrijnwerk dat aan het plafond de molures ontmoette en het glas in lood dat de ruitvormige openingen van de schuifdeuren herhaalde, maar dan toch weer anders. Ze keek nu terug naar buiten en een vogel landde twijfelend op het terras om uiteindelijk toch snel een takje mee te nemen en ze stond op en verschoof de claustradeur en ze wist hoe ze het verhaal moest aanvatten. De koffie was ondertussen koud geworden.
Spilspatie 1
Het is belangrijk op te merken dat hij het belangrijk vond om het deksel van de bialetti te openen tijdens het warmen om vervolgens aandachtig te wachten op het moment dat de koffie de bovenkant bereikte en bijzonder esthetisch en langzaam diep gekleurd uit het staafje begon te lopen, net als een ernstige maar niet fatale snijwonde. Hij deed dit normaal in alle stilte. Nu echter was reeds zijn zoontje te horen, schuin boven hem, voorbij de spatie in de vloer, met blokken spelend en praten tegen niet echt iemand specifiek. Ook zijn vriendin was al wakker -ondanks het vroege zondaguur- en was aan het rommelen in het bureaupaviljoen, diagonaal aan de andere zijde van de vide. Er was gelukkig niemand beneden, waardoor hij zich nog behoorlijk stevig kon concentreren op het koffieritueel dat plaatsvond aan het keukeneiland. Hij mocht zich niet laten afleiden door de vide en de vele doorzichten die de architect voor hem had getekend. Hij mocht zich niet van zijn stuk laten brengen door de aanwezigheid van de sculpturale steektrap, het belopen suggererend, maar daarmee ook dreigend, van iemand die met een opmerking of nog erger -een vraag- naar beneden zou komen gelopen. Hij zou zich concentreren op de gebeurtenis vlak voor hem. Op het glanzend rozig beton van het aanrecht, op de boogvormige lichtvlek die verwrongen de vorm van het tuinraam aannam, op de hoekige traptreden boven zijn hoofd die vanuit de spatie in de vloer de eetruimte bereikten, op de tuin die voorheen, voor al die werken en dat geregel gewoon niet zichtbaar was geweest. Dit alles, maar dan vooral ook de geruisloze fontein van de koffie die nu uit de tuit begonnen te lopen. Tevreden omtrent de ongestoordheid van het moment ondanks alle bedreigende factoren leunde hij gezellig tegen een ronde stalen kolom waarvan de architect gezegd had dat polieren toch wel veruit de boeiendste afwerking was. De tuit begon te sputteren en hij sloot het deksel snel.
Varie1
Hij nam ongeduldig, zo snel als hij kon zonder echt te moeten lopen de trap, wat hem afwissend dicht bij de gevel en dan weer bij de patio’s bracht, zwierend, tot het moment dat hij zijn verdieping bereikte en daar de trapcarrousel verlaatte om dieper het gebouw in te lopen. Eerst was het looppad breed, een soort van plein zeg maar, voordat de patio de vloer grotendeels wegsneed en er enkel nog twee rankere looppaden langsheen de patiogevels overbleven. Hij nam de rechterzijde omdat dit pad wegens de knikkende inwendige lijnen van het gebouw het snelst het zicht opende naar zijn voordeur waar hij haar verwachtte, hurkend op de vloer. Even vertraagde zijn pas toen het verwachte beeld niet meteen werd ingevuld, er waren gewoon de materialen, maar geen zei, totdat hij zag dat ze verderop stond, leunend tegen de balustrade die uitkeek over de westzijde, waardoor ze donker contrasteerde met de raamopening. Zeker was hij niet, maar ze leek te spugen naar beneden, gewoon, om de tijd wat te vullen, hij was er evenwel zeker van dat hij niet te laat was. Ze had hem nog niet opgemerkt op het moment dat de lege styrofoam beker zich in het hollen loswrikte uit zijn tas, voor zich uit vloog en de grond raakte. Het zwakke deksel brak en de inhoud van vele vele knikkers zocht zich daverend en stuiterend een weg over het pad, de eerste knikkers vielen reeds onder de balustrade door en plots was het moment anders dan voorbereid.
Varie2
Ze heeft het vermoeden dat ze gelijk zal krijgen. Deze keer toch. Het is daarom dat ze nog wat rondhangt in de keuken, wat rommelend met spullen, niet echt doelgericht huishoudelijke taken aan het verrichten maar eerder de schijn voor het toevallig kruisend oog hoog houdend dat ze wel degelijk op dit ochtenduur zo nodig vanalles in de kasten moet doen, voornamelijk dan de kasten van waaruit ze een specifiek uitzicht heeft. Haar handelingen zijn een leugen uiteraard, ze is in realiteit een gelijkaardige, maar toch een beetje andere keuken aan het observeren, aan de andere kant van de centrale patio. De andere keuken is nu nog leeg, waardoor het nu nog afwachten is tot een werkelijke verhaalontwikkeling, zoals bij die Amerikaanse politiefilms waarbij mensen koffie drinken achter het stuur, uren wachtend op iemand die aan een raam het licht aandoet. Er is op zich niets verdacht aan de andere keuken. Net als in haar keuken glimmen de goed onderhouden materialen een beetje gelig door het ochtendlicht dat schuin in de patio doorvalt. De keuken is op zich opgeruimd. Er staat geen afwas in de gootsteen. Evenwel valt haar een sok op. De sok bevindt zich op de vloer, naast het fornuis, op een zodanige manier rond de hoek van de plint van het meubel gevouwen, dat men zou vermoeden dat de sok in alle heftigheid werd weggeschoven of gegooid. Het is moeilijk met zekerheid vast te stellen, gezien de balustrade van de patio deels het zicht verhindert, maar de sok lijkt lang te zijn. Het is te zeggen, te lang om deel uit te maken van een mannelijke garderobe. Een stoutmoedige hypothese zou dus kunnen zijn dat de sok op de vloer nabij het fornuis toe te vertrouwen is aan een vrouw, die deze is kwijtgespeeld in tumultueuze verwikkelingen en ze tevens niet meer heeft kunnen recupereren van de vloer. Wilde speculatie uiteraard, die enkel kan worden bevestigd door de ovenschotel nogmaals te verplaatsen van kastje, terwijl het oog nooit ver afdwaalt van de gespiegelde keuken en de sok en de zachte gloed van de materialen en de spijltjes van de balustrade die het zicht deels verhinderen maar ook niet al te veel.